Komende week wordt het Uniform Herstelkader Rentederivaten MKB definitief afgerond door de Derivatencommissie. Dit Herstelkader zal voor een heleboel MKB-ers eindelijk een oplossing bieden voor een langslepende discussie met hun bank. Met name voor MKB-ers die grotere hoofdsommen aan rentederivaten hebben, grofweg vanaf ongeveer € 2,0 mln, kan het Herstelkader een te beperkte compensatie opleveren, zoals eerder al beschreven. Dat is toch in ongeveer 38% van de gevallen.
In mijn blogs heb ik met grote regelmaat vergelijkingen met de UK gemaakt. Exact dezelfde problematiek speelt daar ook, maar in de aanpak ervan lopen ze 18 tot 24 maanden voor op Nederland. Dus is het interessant om eens twee jaar terug te gaan in de tijd en te kijken wat er toen in de UK gebeurde. Het is verbijsterend hoe groot de overeenkomsten weer zijn.
Twee jaar geleden was ik namelijk, op uitnodiging van Bully Banks, uitgenodigd om in Londen te spreken op een congres voor MKB-ers met rentederivaten. Naar aanleiding daarvan schreef ik een blog, ‘FCA kan nog niet rusten’.
Sophisticated
Zo werd toen onder andere door Bully Banks geprotesteerd (‘brolly day’) bij de Houses of Parliament tegen het feit dat één op de drie ondernemingen buiten de werking van het Briste herstelkader valt, omdat zij onterecht als ‘sophisticated’ worden aangemerkt. Dat is vergelijkbaar met de kwalificatie ‘professionele belegger’ die in Nederland wordt gehanteerd. Zoals parlementsleden toen beweerden, wekt dat de indruk dat ze over voldoende kennis en deskundigheid beschikken om dit soort producten zelfstandig te kunnen kopen van de bank. Maar ook al voldoet een onderneming qua omzet en balanstotaal aan de criteria, dan wil dat nog niet zeggen dat de vereiste deskundigheid dan ook aanwezig is. Vaak blijken dat soort bedrijven familiebedrijven te zijn, waar de boekhouder ook ‘CFO’ is. En ontbeert de kennis en ervaring ten aanzien van renteswaps volledig.
Ook in Nederland wordt de groep ‘niet-professionele beleggers’ in het Herstelkader aan een extra toets onderworpen. Dat betekent dat een deel van die groep alsnog als ‘deskundig’ wordt aangemerkt en op die manier buiten de werking van het Herstelkader valt.
Verder is door de beperkingen die in het Nederlandse Herstelkader zijn ingebouwd, met name in de ‘coulancevergoeding’ (staffel en maximumbedrag van € 100.000), het Herstelkader voor de renteswaps met hogere hoofdsommen mogelijk minder interessant. Dat is, toevalig genoeg, naar schatting voor ongeveer 30% van de gevallen van toepassing.
In beroep
Een andere klacht die op dat moment in de UK speelde, is dat ondernemers die het niet eens zijn met het compensatievoorstel van de bank niet in beroep kunnen gaan. Als zij er niet uitkomen met de bank, dan zullen zij naar de rechter moeten stappen. En dat is nu net een route, die veel ondernemers niet willen volgen. Ook in Nederland is er (nog) geen beroepsprocedure voor deze klanten. Op specifieke punten kan een klant wel zijn vraag voorleggen aan de Derivatencommissie voor een ‘bindend advies’, maar dit geldt niet voor alle onderwerpen. Het is van groot belang dat hiervoor alsnog een oplossing komt, omdat er anders geen gelijk speelveld is tussen de bank en haar klanten.
Nu, twee jaar later, kan ook in Nederland de AFM dus nog niet rusten.